Stage

Internship

6 EC

Semester 1 & 2, periode 1, 2, 3, 4, 5, 6

5132STA01Y

Eigenaar Bachelor Future Planet Studies
Coördinator dr. Coyan Tromp
Onderdeel van

Studiewijzer 2021/2022

Globale inhoud

Een stage is een goede manier om kennis en vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan in de praktijk te brengen en verder uit te bouwen. Het is de manier bij uitstek om in inter- of transdisciplinair verband te leren werken aan real-life vraagstukken. Ook kan een stage heel nuttig zijn om je te oriënteren op het leven na de universiteit. Daarnaast kan het een begin vormen om een netwerk op te bouwen in een sector of beroepenveld waarin jij later graag zou willen werken.

 

Een stage is geen vast onderdeel van Future Planet Studies, maar er is wel ruimte om er in te bouwen in je bachelor programma, in semester 5. Voor een stage moet je een flink aantal zaken zelf regelen.

Om te beginnen zullen studenten die een stage willen lopen deze zelf moeten zoeken. Er bestaan online diverse stagebanken waar je een stage kunt zoeken, maar veel organisaties zetten stages ook op hun eigen website. Een goed startpunt voor het zoeken naar stages is UvA Job board en het Student Lab. Je kunt ook eens kijken op de LinkedIn-pagina van FPS, de Facebooksite: FPS forum en de IIS facebookpagina, of informatie inwinnen bij Studievereniging Spectrum.

De stage kan uit diverse werkzaamheden bestaan, maar moet in elk geval een wetenschappelijke component hebben, wat concreet inhoudt dat er een onderzoeksvraag of -opdracht (in de breedst mogelijke zin van het woord) aan verbonden is en dat er een koppeling met wetenschappelijke literatuur wordt gemaakt.

Ook zul je zelf een stagebegeleider (supervisor) op de betreffende werkplek moeten zien te vinden, en een UvA-examinator moeten regelen (zie verder onder Aanvullende Informatie).

 

Nadat je een stageplek hebt gevonden en in samenspraak met een potentiele begeleider een idee hebt ontwikkeld voor een (onderzoeks)vraag of -opdracht waaraan je zou kunnen werken tijdens je stageperiode, vul je het Stageplan formulier in. In deze aanvraag geef je ook aan uit welke activiteiten je stagewerkzaamheden zullen bestaan, en hoeveel uren werk er aan die verschillende werkzaamheden verbonden zijn. Maak dit zo concreet mogelijk: stel een planning en tijdsschema op waarin je aangeeft hoeveel uur je per week aan de stage gaat besteden en hoe je werkzaamheden verspreid zijn over de periode dat je met de stage bezig zult zijn.

Dit overzicht gebruik je tevens om het aantal ECs te berekenen dat je voor de stage wilt aanvragen (NB: 1 EC = 28 uur). Ga uit van de dagelijkse werkzaamheden die je in het kader van je stage zult gaan uitvoeren (maak hierbij gebruik van je opgestelde planning en tijdsschema), maar denk ook aan het organiseren en houden van een tussentijdse evaluatie en het schrijven van een eindverslag. Een stage moet minimaal 84 uur (= 6 EC) en mag maximaal 168 uur beslaan (= 12 EC).

Samen met je supervisor maak je afspraken over het aantal uren dat je aan begeleiding zult krijgen bij de stage. Als richtlijn geldt dat de supervisor per studiepunt (een EC is 28 uur) twee uur begeleiding geeft. Het totaal aantal uren begeleiding is inclusief de tijd die nodig is voor het lezen en beoordelen van het eindverslag. Dit aantal uur kan in overleg tussen student en supervisor ook hoger zijn.

 

Wat betreft de rol van de UvA-examinator geldt dat deze 6-10 uur vergoed krijgt voor de geboden stagebegeleiding (dit is mede afhankelijk van de omvang van de stage en of het een losse stage betreft dan wel onderdeel vormt van een langer lopend Bachelor Project).

De UvA-examinator bekijkt het stageplan en overlegt daarover met de supervisor. In principe volgt de UvA-examinator het oordeel van de supervisor, maar hij/zij kan uiteraard aanvullende suggesties doen of eisen stellen. De UvA-examinator zal voor het overige voornamelijk bij de tussentijdse evaluatie en de eindbeoordeling van de stage (= inclusief het lezen van het stageverslag) betrokken zijn.

 

Wanneer je je stageplan af hebt stuur je deze naar de stagecoördinator (J.C.Tromp@uva.nl). Deze zal checken of je aan alle genoemde toegangseisen voldoet. Als dit het geval is, kun je je stage verder gaan uitvoeren.

Leerdoelen

  • Uitwerking van een maatschappelijk relevante doch wetenschappelijke verankerde onderzoeksvraag (in de breedst mogelijke zin van het woord) in een concrete organisatorische of bedrijfsmatige situatie.
  • Koppeling maken tussen de maatschappelijk georiënteerde onderzoeksvraag of opdracht en relevante wetenschappelijke literatuur.
  • Zelfstandig kennis en vaardigheden die tijdens de studie is opgedaan in de praktijk brengen, specifiek die die relevant en bruikbaar zijn in het licht van de opgestelde (onderzoeks)vraag of -opdracht.
  • Leren samenwerken in inter- en/of transdisciplinair teamverband.
  • Rapporteren over de bevindingen in een stageverslag omvattende een Titelpagina, Inhoudsopgave, Samenvatting, Introductie, Vraagstelling, Doelstelling, Theoretisch raamwerk, Methode, Resultaten, Conclusie/Discussie en Referenties, waarin verslag wordt gedaan van de (onderzoeks)opdracht en de activiteiten die tijdens de stage zijn uitgevoerd.
  • Reflectie op de persoonlijke leerdoelen die aan de stage verbonden zijn.
  • Oriëntatie op sector of beroepenveld waarin de student later zou willen gaan werken.
  • Netwerk opbouwen in die betreffende sector of dat specifieke beroepenveld.

Onderwijsvormen

  • Zelfstudie
  • Zelfstandig werken aan bijv. project/scriptie
  • Begeleiding/feedbackmoment

De stagebegeleider (supervisor) begeleidt je bij je dagelijkse stagewerkzaamheden.

De UvA-examinator bekijkt het stageplan en overlegt daarover desgewenst met de supervisor. De UvA-examinator zal voor het overige voornamelijk bij de tussentijdse evaluatie en de eindbeoordeling van de stage (= inclusief het lezen van het stageverslag) betrokken zijn.

Halverwege je stage plan je een tussentijds evaluatiegesprek met je supervisor en UvA-examinator. Tijdens deze evaluatie bespreek je de voortgang van je stage en presenteer je de eerste resultaten. Ook vul je samen het tussentijdse beoordelingsformulier in (ook te vinden op deze Canvassite). Dit formulier stuur je na afloop van de tussentijdse evaluatie naar je stagecoördinator.

Indien er tijdens je stage problemen ontstaan waar je met je supervisor niet uitkomt, geef dit dan zo snel mogelijk binnen de UvA aan. Neem in eerste instantie contact op met de UvA-examinator en in tweede instantie met de stagecoördinator. 

Verdeling leeractiviteiten

De hoofdmoot van de activiteiten tijdens een stage zal bestaan uit het zelfstandig in de praktijk brengen en uitbouwen van de kennis en vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan, specifiek die die relevant en bruikbaar zijn in het licht van de opgestelde (onderzoeks)vraag of -opdracht.

Daarnaast vormt reflectie op hetgeen je leert tijdens je stage een belangrijk onderdeel.

Beide onderdelen dienen te worden neergelegd in een verslag; dus je schrijft zowel een verslag van je stage-onderzoek, als een reflectieverslag op je persoonlijke leerdoelen.

Hoe je verdeling van je leeractiviteiten precies zal zijn, is afhankelijk van de aard en omvang van de werkzaamheden die je in het kader van de stage zult gaan uitvoeren.

Aanwezigheid

Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):

  • Deelname aan veldwerk is verplicht en niet vervangbaar door opdrachten of andere cursussen.
  • In geval van een practicum is de student verplicht ten minste 90% van de practicumbijeenkomsten bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden, tenzij anders aangegeven in de studiewijzer van het vak. Indien de student minder dan 90% heeft bijgewoond dient het practicum opnieuw te worden gevolgd.
  • In geval van werkgroepbijeenkomsten is de student verplicht tenminste 7 van elke 8 werkgroepbijeenkomsten bij te wonen en zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden, tenzij anders aangegeven in de studiewijzer. Bij meer dan 8 werkgroepbijeenkomsten geldt dat de student steeds per (deel van) 8 bijeenkomsten maximaal 1 bijeenkomst mag missen. Indien de student minder dan het verplichte aantal heeft bijgewoond, kan het vak niet worden afgerond.

Aanvullende eisen voor dit vak:

Zoals aangegeven zullen voorafgaan aan een stage een flink aantal zaken geregeld moeten zijn door de student zelf.

De voorwaarden voor het opnemen van een stage in je studieprogramma zijn als volgt:

  • Stages mogen niet plaatsvinden in het eerste studiejaar.
  • Je moet voor de start aan de stage minstens 60 EC van het studieprogramma hebben behaald.
  • Het lopen van de stage moet passen in een studieplanning waarbij je binnen vier jaar af kan studeren.
  • Je moet zelf een stageplek vinden.
  • De stage dient vooraf aangevraagd te worden bij de stagecoördinator. Je kunt dus niet al met een stage zijn begonnen voordat je een Go hebt voor je Stageplan.
  • De stage kan uit diverse werkzaamheden bestaan, maar moet in elk geval een wetenschappelijke component hebben, wat concreet inhoudt dat er een onderzoeksvraag (in de breedst mogelijke zin van het woord) aan verbonden is en er een koppeling met wetenschappelijke literatuur gemaakt wordt.
  • Een stage moet minimaal een omvang van 6 EC (= 84 uur werk) hebben en mag maximaal 12 EC (= 168 uur werk) omvatten.
  • Je moet zelf een stagebegeleider (supervisor) regelen op de stageplek. Je kunt alleen personen aandragen als supervisor die minimaal een wetenschappelijke master hebben afgerond (MSc., MA, PhD. of dr.).
  • Je moet zelf een docent bereid zien te vinden om te fungeren als UvA-examinator. Ook voor deze docent geldt de eis dat die minimaal een wetenschappelijke master heeft afgerond (MSc., MA, PhD. of dr.). Bovendien dient hij of zij een aanstelling te hebben aan de Universiteit van Amsterdam en een formele UvA-examinator te zijn, wat doorgaans betekent dat het een universitair docent (UD) of universitair hoofddocent (UHD) is. De werkgroepdocenten van het IIS zijn dat in de regel niet; de docenten die colleges geven en die de vakken van Future Planet Studies coördineren zijn dat wel. Op een uitzondering na zijn die niet verbonden aan het IIS maar aan een van de onderzoeksgroepen van de faculteiten, zoals het Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics (IBED) of de Governance and Inclusive Development (GID) programme group van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). In voorkomende gevallen zul je misschien ook een geschikte expert kunnen vinden in de onderzoeksgroepen van de Amsterdam Business School (ABS), de Amsterdam School of Economics (ASE) Research Institute of de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). Denk dus goed na over welke hoofddocenten van FPS of elders op de UvA het beste bij jouw thema passen.  Als je hen googelt, kun je hun functies zien en daaruit kun je veelal ook meteen afleiden of ze U(H)D zijn (een professor is dat in elk geval, en de meeste docenten die doctor zijn (dr.) ook). En dan vind je ook vast hun contactgegevens. NB: Aangezien stagebegeleiding bovenop hun takenpakket komt, kun je er niet standaard van uit gaan dat U(H)D-ers deze taak op zich kunnen of willen nemen. Zorg er dus voor dat je laat zien hoe jouw stagewerkzaamheden passen bij hun onderzoeksdomein zodat duidelijk wordt waarom het voor hen interessant is om te doen.

Toetsing

Onderdeel en weging Details

Eindcijfer

De beoordeling van de stage gebeurt op basis van drie onderdelen:

  • Het stageplan (10%).
  • De uitvoering van de stagewerkzaamheden (45%).
  • Het stageverslag dat je schrijft over de stagewerkzaamheden aan het eind van je stageperiode, en dat je indient bij zowel je supervisor als bij de UvA-examinator (45%).

 

Zowel je supervisor als de UvA-examinator bekijken en beoordelen het stageplan. In principe volgt de UvA-examinator het oordeel van de supervisor, maar hij/zij kan uiteraard aanvullende suggesties doen of eisen stellen. In geval van een sterk afwijkend oordeel (>1 punt) treden beiden in overleg om tot een gezamenlijk geaccordeerd cijfer te komen.

 

Je supervisor geeft een cijfer voor je werk tijdens je stage met behulp van het daarvoor ontwikkelde beoordelingsformulier. Hierin worden gekeken naar hoe zelfstandig je hebt gewerkt en in hoeverre je je stagedoelen hebt weten te bereiken, naar je niveau van communicatieve skills en samenwerkingsvaardigheden, en naar je reflectie op het leerproces gedurende je stage. De UvA-examinator volgt in principe het oordeel van de dagelijkse supervisor, tenzij er naar aanleiding van een gesprek met de student over bijvoorbeeld de verschafte begeleiding of faciliteiten op de stageplek reden is om hiervan af te wijken. In dat geval treedt de UvA-examinator in overleg met de supervisor op de stageplek om tot een aangepast cijfer te komen.

 

Zowel je supervisor als de UvA-examinator beoordelen je stageverslag, waarvan ook deel uitmaakt een reflectie op de resultaten van de stage. Dit gebeurt met behulp van het daarvoor ontwikkelde beoordelingsformulier. De supervisor en UvA-examinator bepalen samen je cijfer voor het stageverslag. Wanneer het oordeel van de supervisor significant (>1 cijferpunt) afwijkt van dat van de UvA-examinator treden samen in overleg om tot een met argumenten onderbouwd eindoordeel te komen waarin de verschillen zijn geslecht.

 

De UvA-examinator geeft het eindcijfer door aan de stagecoördinator, die zorgt voor registratie van het cijfer en toekenning van het aantal goedgekeurde studiepunten aan de stage.

Toetsmatrijs (studentenversie)

Leerdoel: Toetsonderdeel 1: Toetsonderdeel 2:
#1.    
#2.    
#3.    
#4.    
#5.    
#6.    
#7.    

Opdrachten

Opdracht 1: Schrijf een Stageplan – Vul dit in in het speciaal daarvoor bedoelde Stageplan Formulier.

Zie ook de rubrics voor het Stageplan voor de concrete beoordelingscriteria (welke tevens dient als beoordelingsformulier voor de supervisor en UvA examinator).

 

Opdracht 2: Voer de geplande stagewerkzaamheden uit.

De dagelijkse supervisor beoordeelt deze op basis van de rubrics voor Uitvoering stagewerkzaamheden (welke tevens het beoordelingsformulier is).

 

Opdracht 3: Plan een tussentijdse evaluatie met je dagelijkse supervisor en UvA-examinator. Bespreek samen hoe het gaat, en vul het Tussentijdse Evaluatieformulier in. Maak waar nodig afspraken om dingen in het vervolg beter te laten verlopen. Aan de tussentijdse evaluatie is geen cijfer verbonden.

 

Opdracht 4: Schrijf aan het eind een Stageverslag over de stagewerkzaamheden dat bestaat uit de volgende elementen: Titelpagina, Inhoudsopgave, Samenvatting, Introductie, Vraagstelling, Doelstelling, Theoretisch raamwerk, Methode, Resultaten, Discussie/Conclusie en Referenties. Zie de rubrics voor het Stageverslag voor de concrete beoordelingscriteria.

 

Onderdeel van het Stageverslag vormt ook een reflectie op de resultaten van de stage. Deze reflectie bevat de volgende elementen:

  • Ben je erin geslaagd de beoogde doelen te bereiken met je stage? Zo ja, welke dan precies? Zo niet, hoe kwam dat dan?
  • Ben je erin geslaagd de opgestelde planning te volgen? Zo ja, hoe hielp dit dan om de beoogde doelen te bereiken? Zo niet, hoe kwam het dan dat je planning anders uitviel dan verwacht?
  • Welke kennis en vaardigheden heb je kunnen toepassen en welke heb je nieuw verworven op je stageplek? Met name: welke inter- en transdisciplinaire skills heb je toegepast en/of opgedaan?
  • Hoe verliep de communicatie en samenwerking, zowel met collega’s binnen de organisatie waar de stage gelopen wordt als met andere relevante partijen?
  • Heb je je persoonlijke leerdoelen ook weten te bereiken met je stage? Zo ja, welke? Zo niet, welke niet en waarom is dit niet gelukt?

 

Zie de rubrics voor het Stageplan en de Uitvoering van de stage om duidelijk te krijgen hoe de verschillende elementen uit je reflectie beoordeeld worden door de supervisor en UvA-examiner.

 

Opdracht 5: Plan een afsluitende evaluatie met je dagelijkse supervisor en UvA-examinator waarin jullie gezamenlijk het verloop en de resultaten van de stage bespreken. De rubrics voor de Uitvoering van de stage kunnen dienen als input voor dit gesprek.

 

Wanneer je alle opdrachten succesvol hebt vervuld vullen jullie gezamenlijk je resultaten in in het Formulier voor de Eindbeoordeling, welke getekend wordt door zowel jouzelf als de dagelijkse supervisor en UvA-examinator. Nadat je hebt gecontroleerd of Opdracht 1 t/m 4 geupload zijn op de Canvassite voor de stage, voeg je tenslotte ook het formulier van deze laatste opdracht toe. Vervolgens stel je de stagecoördinator op de hoogte dat je de stage hebt afgerond, zodat deze - na een laatste controle of aan alle vereisten voldaan is – je cijfer kan registreren.

 

Tabel: Opdrachten en toetsing van de stage

 

Opdrachten

Gewicht

Min. score

Mogelijk tot herkansing?

Deadline

herkansing


Opdracht 1: Stageplan

 

10%

 

Go / No Go

Dit is afhankelijk van de dagelijkse supervisor, of deze bereid is om de kans te geven een No Go om te zetten in een Go

In overleg met dagelijkse supervisor

Opdracht 2: Uitvoering van de stagewerkzaamheden

45%

> 5.5

Dit is afhankelijk van de aard van de stage en van of de dagelijkse supervisor bereid is in staat is om je een tweede kans te geven

In overleg met dagelijkse supervisor & UvA examiner

Opdracht 3: Tussentijdse evaluatie

NAV

-

Nee

In overleg met dagelijkse supervisor & UvA examiner

Opdracht 4: Stageverslag en Reflectieverslag

45%

> 5.5

Ja

In overleg met dagelijkse supervisor & UvA examiner

Opdracht 5:

Eindevaluatie & Indienen getekend Formulier

Eindbeoordeling

NAV

Het eindcijfer moet > 5.5 zijn

Zie hierboven

Zie hierboven

 

Fraude en plagiaat

Dit vak hanteert de algemene 'Fraude- en plagiaatregeling' van de UvA. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd. Bij verdenking van fraude of plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Zie de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA: http://student.uva.nl

Weekplanning

Weeknummer Onderwerpen Studiestof

Aanvullende informatie

Na goedkeuring van je stage kun je deze via de vakcode (5132STA01Y) toevoegen aan je studieplan via de studieplan-applicatie. Let op: je hoeft je voor het stagevak niet via de vakaanmelding aan te melden en ook geen toestemming te vragen aan de examencommissie, het stagevak hoeft alleen aan je studieplan toegevoegd te worden.

Vakevaluatie afgelopen jaar

Het vak heeft eerder niet bestaan, en is nu ook enkel een keuzevak binnen FPS. Slechts een gering aantal studenten voert een stage uit. Er is daarom geen evaluatie beschikbaar.

Contactinformatie

Coördinator

  • dr. Coyan Tromp

Dr. Coyan Tromp is de coordinator van de stages voor de studenten die een stage doen in de vrije keuzeruimte van FPS.