Biodiversity and Ecology
6 EC
Semester 2, periode 6
5042BIEC6Y
Eigenaar | Bachelor Biologie |
Coördinator | Gerard Oostermeijer |
Onderdeel van | Bachelor Biologie, jaar 1Pre-master Biological Sciences, jaar 1 |
De hoorcolleges presenteren de basisbeginselen van diversiteit van planten en insecten, de kenmerken/termen die gehanteerd worden bij het determineren en de aanpassingen die organismen hebben aan hun leefmilieu. Tijdens de practica wordt geoefend in het toepassen van de basisbeginselen op planten en dieren. De excursies richting zich op het verder oefenen in de herkenning van plantenfamilies en insectenordes en -families en in het in het veld waarnemen van soorten en hun aanpassingen aan milieufactoren. Tijdens het veldwerk doen de studenten een eigen onderzoek, waar variatie in landschap en bodem worden gerelateerd aan diversiteit van planten en insecten. Daartoe worden de tijdens het veldwerk verzamelde gegevens in groepsverband geordend en geanalyseerd om samen tot antwoorden op hoofdvragen te komen. Een deel van de vragen die tijdens excursies en veldwerk worden behandeld moet op het tentamen worden beantwoord. Het vermogen tot herkenning van planten en insecten wordt met een herkenningstoets beoordeeld.
Activiteit | Uren | |
Deeltoets | 2 | |
Excursie | 32 | |
Hoorcollege | 18 | |
Practicum | 56 | |
Tentamen | 2 | |
Veldwerk | 40 | |
Zelfstudie | 18 | |
Totaal | 168 | (6 EC x 28 uur) |
1. Academische houding wordt geoefend aan de hand van het stimuleren van nieuwsgierigheid naar wat er in het veld in verschillende leefgebieden aan levende planten en dieren kan worden waargenomen op verschillende schaalniveaus. In een groepsproject wordt gewerkt aan het opbouwen van eigen verantwoordelijkheid t.o.v. anderen in een onderzoek in teamverband.
2. Onderzoeksvaardigheden worden geoefend in de vorm van leren omgaan met determinatiesleutels en -terminologie om soorten te kunnen determineren, het waarnemen van patronen in landschap, leefgemeenschap en populaties om te komen tot onderzoekshypotheses en -vragen, het bemonsteren van flora, vegetatie en fauna d.m.v. vegetatieopnamen, insecten slepen en kloppen en werken met potvallen. Daarna wordt geoefend in het ordenen van de onderzoeksgegevens in tabellen en figuren, en het analyseren en interpreteren van de resultaten.
3. Presentatievaardigheden worden geoefend door in groepsverband resultaten op een duidelijke wijze aan elkaar en aan de docenten te presenteren om zo samen tot de juiste conclusies te komen.
Projectvaardigheden worden getraind in het veld, waar de studenten in groepsverband samen bruikbare kwantitatieve gegevens moeten verzamelen aan objecten/patronen in de natuur, en daarnaast aan het gezamenlijk ordenen, analyseren en interpreteren van de resultaten.
4. Schrijfvaardigheden komen tijdens deze cursus niet aan de orde, behalve dat geleerd moet worden hoe veldwaarnemingen kort en bondig kunnen worden genoteerd, zodat ze later bruikbare gegevens voor onderzoek opleveren.
5. Studievaardigheden zijn belangrijk, omdat er in het veld heel veel informatie wordt verstrekt die later wordt getoetst. Dat gebeurt aan de hand van excursiegidsen met vragen die moeten worden bestudeerd en aan de hand van opdrachten om veldwerkgegevens te ordenen, analyseren en interpreteren. Daarvan moet de student aantekeningen maken, om ervoor te zorgen dat later op het tentamen vragen over de antwoorden op onderzoeksvragen correct kunnen worden beantwoord.
Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):
Aanvullende eisen voor dit vak:
1. Academische houding:
Onderzoeksvaardigheden
Presentatievaardigheden
Projectvaardigheden
Schrijfvaardigheden
Studievaardigheden
Onderdeel en weging | Details |
Eindcijfer | |
0% Herkenningstoetsen |
Er zijn twee herkenningstoetsen: een voor flora en een voor insecten. Het gemiddelde van beide toetsen telt voor 30% mee aan het eindcijfer. Het cijfer voor elke deeltoets moet echter hoger zijn dan 5.0, anders moet de deeltoets waarvoor lager is gescoord worden overgemaakt tijdens de herkansing. Het tentamen bestaat uit 40-50 meerkeuzevragen, en telt voor 70% van het eindcijfer. Ook voor het tentamen moet een cijfer hoger dan 5.0 worden gehaald. Naast de eisen voor de deelcijfers moet het eindcijfer hoger zijn dan 5.5.
De vragen met de correcte antwoorden worden direct na het tentamen op DataNose gepubliceerd. De herkenningstoetsen en het tentamen worden direct nadat ze zijn afgenomen nagekeken en aan de studenten gecommuniceerd.
Tijdens de dagexcursies vullen de studenten de antwoorden in op vragen en opdrachten in een excursiegids. Naar deze antwoorden wordt samen met de begeleidende docent in het veld gezocht. Er wordt voor gezorgd dat elke student de correcte antwoorden op de vragen moet kunnen hebben, maar de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de student. Er wordt gecontroleerd dat elke student de vier excursiegidsen heeft ingevuld. Er wordt geen beoordeling voor gegeven, maar een willekeurig deel van de in de gidsen gestelde vragen komt terug op het tentamen.
Tijdens het veldwerk zoeken de studenten door in groepsverband gegevens te verzamelen naar antwoorden op een aantal hoofdvragen over flora, insectenfauna en de bodem. Daartoe ordenen en analyseren ze samen de gegevens en interpreteren die samen met de docenten, zodat zeker is dat elke groep na uitvoering van de opdracht de juiste antwoorden heeft gevonden. Het is de verantwoordelijkheid van de student dat hij de antwoorden die in de groep zijn gevonden kent en vragen erover op het tentamen kan beantwoorden. De groepsopdracht zelf wordt niet beoordeeld.
Dit vak hanteert de algemene 'Fraude- en plagiaatregeling' van de UvA. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd. Bij verdenking van fraude of plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Zie de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA: http://student.uva.nl
Weeknummer | Onderwerpen | Studiestof |
1 | ||
2 | ||
3 | ||
4 | ||
5 | ||
6 | ||
7 | ||
8 | ||
9 | ||
10 | ||
11 | ||
12 |
Het rooster van dit vak is in te zien op DataNose.
Van Honours-studenten vragen we een zelfgeschreven verslag van het veldwerk in Limburg, met daarin een van tabellen en grafieken voorzien helder overzicht van de vragen en antwoorden en een korte interpretatie/discussie.