6 EC
Semester 2, periode 4, 5
51221ALG6Y
In deze cursus bestuderen we het algebraïsche concept 'groep'. We definiëren wat een groep is, geven talloze voorbeelden van groepen en laten zien hoe het idee van een groep orde schept in een veelheid van situaties. We gaan dieper in op de structuur van groepen en vergelijken verschillende groepen aan de hand van morfismen. We bestuderen ook hoe je van eenvoudige groepen meer ingewikkelde groepen kan maken en omgekeerd. Ook bekijken we hoe groepen kunnen werken op bepaalde verzamelingen door middel van symmetrieën. Daarnaast zullen er diverse toepassingen aan de orde komen uit de meetkunde en andere takken van de wiskunde.
De vereiste voorkennis is het vak Basiswiskunde (5122BASI6Y). Het vak Algebra 1 wordt als voorkennis gebruikt voor
Algebra 2, Representatietheorie, Topologie en Galoistheorie.
'Algebra 1' van H. Lenstra en F. Oort.
Na deze cursus is de student in staat de volgende dingen te doen:
1. Groepen
(a) De definitie van een groep formuleren en checken of een gegeven object een groep is.
(b) De symmetriegroep van eenvoudige objecten beschrijven.
(c) Een vermenigvuldigingstabel van een groep opstellen.
2. Ondergroepen en normaaldelers
(a) De definitie van een ondergroep formuleren en checken of een gegeven deelverzameling een ondergroep is.
(b) Conjugatieklassen van elementen bepalen.
(c) Nagaan of een bepaalde deelgroep een normaaldeler is.
3. Groepsmorfismen
(a) De definitie van een groepsmorfisme formuleren en checken of een gegeven afbeelding een morfisme is.
(b) De kern en het beeld van een groepsmorfisme berekenen.
(c) Het quotient van een normaaldeler construeren.
(d) De isomorfiestellingen formuleren, bewijzen en toepassen in eenvoudige gevallen.
4. Groepswerkingen en symmetrische groepen
(a) De definitie van een groepswerking formuleren en checken of een gegeven deelverzameling een groepswerking is.
(b) Werken met permutaties en de cykelnotatie.
(c) De banen van een groepswerking bepalen.
(d) De banentelstelling formuleren, bewijzen en toepassen in eenvoudige gevallen.
5. De structuur van groepen
(a) Het direct en semidirect product van twee groepen construeren.
(b) Nagaan of een groep een direct of semidirect product is.
(c) De classificatie van eindige abelse groepen formuleren en toepassen op groepen van een bepaalde orde.
(d) Schetsen hoe de structuur van eindige groepen in elkaar zit en welke de moeilijkheden zijn om een volledige oplossing van dit probleem te vinden.
6. Overkoepelende leerdoelen
(a) Oefeningen oplossen die het verband leggen tussen de verschillende concepten uit de cursus.
(b) Een detailbeschrijving geven van een eenvoudige groep.
(c) Bewijsmethoden uit de cursus aanpassen in nieuwe contexten.
(d) Groepentheorie kunnen gebruiken in ’problemen uit de realiteit’ (puzzels, symmetrien, kunst)
Elke week zijn er 2 lesuren hoorcollege en 2 lesuren werkcollege. In de hoorcolleges wordt de theorie gegeven en voorbeelden classicaal uitgewerkt. Tijdens het werkcollege gaan jullie zelf aan de slag met de oefeningen uit de cursus. In het eerste blok is er ook elke week 2 uur tutoraat voorzien. Het doel van het tutoraat is het aanleren van de juiste studiehouding: samenwerken, werkcollege voorbereiden. Er is ook een doorlopende computeropdracht waarbij elke student alle behandelde concepten toepast op een gepersonalizeerd voorbeeld.
Activiteit |
Aantal uur |
Hoorcollege |
22 |
Tentamen |
3 |
Tussentoets |
3 |
Tutoraat |
12 |
Vragenuur |
4 |
Werkcollege |
30 |
Zelfstudie |
94 |
TOTAAL 6 EC x 28 uur |
168 |
Geziene concepten toepassen op een nieuwe situatie. Dit wordt getoetst door een doorlopende computeropdracht (Mijn Favoriete Groep) en op het tentamen.
Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):
Aanvullende eisen voor dit vak:
Aanwezigheid bij de hoorcolleges wordt sterk aanbevolen. Voor de werkcolleges en de tutoraatbijeenkomsten van jaar 1 en 2 geldt een verplichte aanwezigheid. Als je bij minder dan 80% van de werkcolleges en/of tutoraatbijeenkomsten bent geweest, dan vervalt je recht op het hertentamen.
Onderdeel en weging | Details |
Eindcijfer | |
20% Tussentoets | |
60% Tentamen | |
15% Huiswerk | |
5% Computeropdracht |
Om te slagen moet je
- Voor de combinatie van tentamen en tussentoets minstens 5/10 halen.
De datum, het tijdstip en de locatie van het inzagemoment staan in het rooster in DataNose.
Wekelijkse oefeningen die schriftelijk worden ingediend.
Doorlopende computeropdracht waarbij elke student alle behandelde concepten toepast op een gepersonaliseerd voorbeeld. Tijdens het eerste hoorcollege wordt deze opdracht in detail besproken.
Dit vak hanteert de algemene 'Fraude- en plagiaatregeling' van de UvA. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd. Bij verdenking van fraude of plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Zie de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA: http://student.uva.nl
Er zijn 13 hoorcolleges van 2 lesuren daarin komen de volgende onderwerpen aan bod.
Elk onderwerp komt min of meer overeen met een lesweek en er zijn drie extra lesweken ingebouwd als buffer.
Het rooster van dit vak is in te zien op DataNose.
Op dit vak is een honoursuitbreiding van 3 EC mogelijk. Om aan de honoursuitbreiding deel te nemen moet je 8 of meer halen op de tussentoets. Na de tussentoets wordt er meer informatie gegeven over de honoursuitbreiding en kan je je hiervoor inschrijven.
Dit vak heeft een Canvassite. Hier vind je de noodzakelijke aanvullende informatie, zoals de groepsindeling van de werkcolleges, de opdrachten. Bekijk de Canvassite dus met regelmaat.
Hoorcollegedocent
Lenny Taelman
Science Park 105-107, Kamer F3.05
E-mail : l.d.j.taelman@uva.nl
Werkcollegedocenten
Nog nader te bepalen
Tutoraat
Nog nader te bepalen