English Paper
6 EC
Semester 2, periode 6
5052MINI6Y
| Eigenaar | Bachelor Biomedische wetenschappen |
| Coördinator | dr. Monique Quaedackers |
| Onderdeel van | Bachelor Biomedische wetenschappen, jaar 2 |
De miniscriptie is een 4 weken durend voltijds vak waarin de student een literatuurverslag in het Engels schrijft, naar aanleiding van een grondige literatuurstudie over een actueel onderwerp. Dit is een biomedisch onderwerp op het gebied van een van de leerstoelgroepen van de verschillende onderzoeksinstituten verbonden aan de opleiding. De miniscriptie wordt geschreven onder begeleiding van een docent verbonden aan deze onderzoeksinstituten.
Ter voorbereiding op het schrijven van de Miniscriptie schrijft de student in het periode 1 een literatuurverslag over een aangereikte artikelenset. De studenten worden hierbij begeleid door docenten Academische Vaardigheden.
(Eventueel) startliteratuur beschikbaar gesteld via de begeleider.
Handleiding van de Miniscriptie met o.a. het tijdschema van de scriptie, de beoordelingscriteria en aanwijzingen voor het schrijven van een scriptie(beschikbaar gesteld via Blackboard)
Aan het eind van het vak kan de student:
De miniscriptie is een individuele opdracht die wordt geschreven onder begeleiding van docenten verbonden aan het SILS of het AMC. Indeling geschied op basis van de voorkeur van studenten. De studenten krijgen een aantal weken voor aanvang van de cursus per email een verzoek om een voorkeur aan te geven. Aan het begin van de cursus is er een introductiecollege gevolgd door een vast aantal begeleidingsmomenten, opgenomen in het rooster. Het exacte tijdstip en de locatie van de begeleidersbijeenkomsten worden in overleg met de begeleider vastgesteld. Een aanzienlijk deel van de studielast bestaat uit zelfstudie. In de student handleiding staat gedetailleerd beschreven hoe de tussenstappen die de student moet maken en de begeleiding hiervan door de docent eruit zien.
Ter ondersteuning van de schrijfvaardigheid in het Engels omvat het rooster tevens vier werkcolleges Academic English. De student ontvangt bij aanvang van de cursus een intakeformulier van de docent die de werkcolleges Academic English zal begeleiden. Op basis van ervaring en leerwensen worden de werkcolleges op maat aangeboden.
|
Activiteit |
Aantal uur |
|
Hoorcollege |
2 |
|
Werkcollege |
10 |
|
Bijeenkomsten met begeleider |
8 |
|
Zelfstudie |
148 |
|
Totaal 6 EC x 28 uur |
168 |
In deze opdracht verdiepen tweedejaars studenten de schrijfvaardigheid die is opgedaan in het vak Academische Vaardigheden (AV BMW 1 en 2) in het eerste jaar. Vorm en structuur borduren voort op eerder geschreven teksten. In tegenstelling tot de schrijfopdrachten uit het eerste jaar zal dit verslag in het Engels worden geschreven. Docenten geven regelmatig specifieke feedback op het werk van de student. Daarnaast geeft de student feedback op het verslag van een medestudent bij de peer review opdracht. Deze docent en student feedback is een belangrijk onderdeel van het leerproces. De student wordt geacht deze feedback actief te verwerken in volgende versies van het verslag
Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):
Aanvullende eisen voor dit vak:
Aanvullende eisen voor dit vak:
Aanwezigheid is verplicht bij de bijeenkomsten met de begeleider en bij de werkcolleges Academic English.
| Onderdeel en weging | Details |
|
Eindcijfer | |
|
90% Miniscriptie | Moet ≥ 5.5 zijn |
|
10% Literatuurverslag (periode 1) | Moet ≥ 5.5 zijn |
Aanwezigheid, actieve deelname en op voldoende niveau uitvoeren van de peer review (minimale tijdsbesteding 2 uur) zijn een voorwaarde voor het behalen van het vak.
De student heeft bij een onvoldoende één herschrijfkans en moet deze herkansing na een week inleveren. Het cijfer voor deze herkansing bedraagt maximaal een 6.
Om een inzagemoment aan te vragen, kun je contact opnemen met je begeleider.
Individuele opdracht waarop schriftelijke feedback wordt gegeven door de docent. Voor een gedetailleerde beschrijving van de opdracht zie handleiding student informatie op Blackboard.
Individuele opdracht waarop feedback wordt gegeven door middel van een rubric door de docent. Voor een gedetailleerde beschrijving van de opdracht zie handleiding student informatie en de rubric op Blackboard.
Individuele opdracht waarop feedback wordt gegeven en wordt beoordeleld door middel van een rubric door de docent. Voor een gedetailleerde beschrijving van de opdracht zie handleiding student informatie en de rubric op Blackboard.
Individuele opdrachten die dienen als input voor de werkcolleges en waarop mondelinge feedback wordt gegeven door de docent.
Individuele opdracht die wordt beoordeeld door de docent.
Onderstaande opdrachten komen aan bod in deze cursus:
Dit vak hanteert de algemene ‘Fraude- en plagiaatregeling’ van de UvA. Onder plagiaat of fraude wordt verstaan het overschrijven van het werk van een medestudent dan wel het kopiëren van wetenschappelijke bronnen (uit bijvoorbeeld boeken en tijdschriften en van het Internet) zonder daarbij de bron te vermelden. Uiteraard is plagiaat verboden. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd en streng tegen opgetreden. Bij verdenking van plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Wanneer de examencommissie overtuigd is dat er plagiaat gepleegd is dan kan dit maximaal leiden tot een uitsluiting van al het onderwijs van de opleiding voor een heel kalenderjaar. Zie voor meer
informatie over het fraude- en plagiaatreglement van de Universiteit van Amsterdam.www.uva.nl/plagiaat
Zie handleiding student informatie op Blackboard voor een gedetailleerde weekplanning.
De indeling op onderwerp en de daarmee samenhangende contactmomenten met de begeleider worden gepubliceerd op Blackboard of via e-mail door de begeleider bekend gemaakt. De tijden van de werkcolleges zijn terug te vinden op
De miniscriptie is een voltijdse cursus van vier weken. Het is niet mogelijk om de miniscriptie op een ander moment in het jaar te schrijven en/of te verlengen.
Het afronden van deze schrijfopdracht is een ingangseis voor het bachelorproject in jaar 3.
De begeleiding van de Miniscriptie wordt verzorg door 30 tot 35 docenten verbonden aan o.a. het SILS of het AMC.