Network Organisations
6 EC
Semester 1, periode 2
5072NEOR6Y
Eigenaar | Bachelor Informatiekunde |
Coördinator | dr. A.C. Nusselder |
Onderdeel van | Minor Informatie- en Kennismanagement, jaar 1Minor HvA BIS, jaar 1Bachelor Informatiekunde, jaar 2 |
De hedendaagse organisatie opereert veelal in een snel veranderende en complexe omgeving. De formele en hiërarchisch gestructureerde organisatie is vaak niet in staat om de flexibiliteit en het adaptief vermogen te bieden die nodig is om effectief op deze omgeving te reageren. Netwerk structuren hebben in dit opzicht meer te bieden. In netwerkvormen van organisatie verschuift de aandacht naar het dynamisch karakter van een organisatie, naar informatie en kennis als ‘critical resources’, komt de nadruk te liggen op processen van leren, en wordt complexiteit erkend als de context van organisaties.
De cursus beoogt allereerst inzicht te geven in het eigene van netwerken tegenover andere vormen om systemen te organiseren. Daarbij zal worden vertrokken vanuit een breed perspectief op netwerken, netwerksamenleving, en netwerk economie. Vanuit dit kader zal dan worden ingezoomd op hybride organisatievormen waarbij bureaucratische hiërarchieën en netwerk gecentreerde organisatievormen samengaan. De nadruk zal hierbij liggen op de ‘lerende organisatie’ en kwesties van kennis- en informatiemanagement. Hierbij zal ruime aandacht zijn voor de ‘menselijke factoren’ (zoals sense making; machtsrelaties) die bij plattere en complexere organisatievormen des te meer naar voren komen als cruciale dimensies om succesvol te kunnen opereren.
De student kan:
Naast deze inhoudelijke leerdoelen wordt van de studenten ook gevraagd zijn vaardigheden verder te ontwikkelen.
Van de student wordt verwacht dat hij/zij:
- Het vak (6EC) bestaat uit hoorcolleges (2u/w), werkcolleges (4u/w), een tussentoets in week 4 en een case-opdracht. Er is geen eindtoets.
- In de hoorcolleges besteden we in de eerste helft van het college aandacht aan de theorie via bespreking van de literatuur.
- In de tweede helft van het college zullen we de focus verleggen naar de toepassing van de ontwikkelde inzichten in de praktijk.
- De werkcolleges zullen vooral worden ingezet om de studenten te faciliteren elkaar te helpen in het uitvoeren van diverse opdrachten.
-Daarnaast zal het leren ook plaatsvinden binnen digitale leeromgevingen. Van studenten wordt verwacht dat zij actief deelnemen op deze fora.
- Practicum Oriëntatie en Reflectie (POR): 1 uur per 2 weken plus zelfstudie
Activiteit | Aantal uur |
Hoorcollege | 12 |
Tussentoets | 3 |
Werkcollege | 24 |
Zelfstudie | 129 |
Practicum Oriëntatie en Reflectie (POR): 1 uur per 2 weken plus zelfstudie
Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):
Aanvullende eisen voor dit vak:
Aanvullende eisen voor dit vak:
Onderdeel en weging | Details | Opmerkingen |
Eindcijfer | ||
20% Toets | Moet ≥ 4.5 zijn, Herkansbaar | Alleen herkansbaar als aan de andere eisen is voldaan |
30% Individuele paper | Moet ≥ 4.5 zijn | |
30% Groepspaper | Moet ≥ 4.5 zijn | |
20% Actieve deelname Peerwise | Moet ≥ 4.5 zijn |
De groepspaper bestaat uit de afzonderlijke stukken die in de afgelopen weken moesten worden ingeleverd. Het gaat er dus om deze stukken mooi neer te zetten als een geheel in een document met een duidelijke structuur: inleiding/motivatie (gebruik hiervoor je opdracht uit week 2); middendeel (waarvoor je de eerdere stukken gebruikt); een discussie hiervan; en een ‘synthetiserende’ conclusie (waarbij je verschillende stukken/ideeën samenvoegt tot een helder perspectief op de zaak)
Naast bovenstaande toetsvormen, dien je ook te hebben voldaan aan de opdrachten en heb je actief deelgenomen aan TurnItIn.
NB1. Herkansing is alleen mogelijk voor de toets.Je hebt alleen recht om deel te nemen aan de herkansing van dit vak als je aan alle overige verplichte onderdelen hebt voldaan. Als dat het geval is en je haalt het tentamen niet, word je automatisch aangemeld voor het hertentamen. Als je om aantoonbare zwaarwegende redenen niet aan alle samenstellende onderdelen kunt voldoen of niet kunt deelnemen aan de eerste tentamenkans, dien je je voorafgaand aan het toetsingsmoment te melden bij de studieadviseur. In geval van aantoonbaar zwaarwegende omstandigheden wordt er dan in samenspraak met de docent gekeken of er een andere oplossing mogelijk is.
NB2. Voor alle onderdelen moet minimaal een 4.5 worden behaald.
begrijpen van netwerken; onderbouwing, motivatie, context en relevantie van casus netwerkorganisatie (600-800 woorden)
toepassing van thema/theorie op zelf gekozen organisatie (600-800 woorden)
Onderstaande opdrachten komen aan bod in deze cursus:
Dit vak hanteert de algemene ‘Fraude- en plagiaatregeling’ van de UvA. Onder plagiaat of fraude wordt verstaan het overschrijven van het werk van een medestudent dan wel het kopiëren van wetenschappelijke bronnen (uit bijvoorbeeld boeken en tijdschriften en van het Internet) zonder daarbij de bron te vermelden. Uiteraard is plagiaat verboden. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd en streng tegen opgetreden. Bij verdenking van plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Wanneer de examencommissie overtuigd is dat er plagiaat gepleegd is dan kan dit maximaal leiden tot een uitsluiting van al het onderwijs van de opleiding voor een heel kalenderjaar. Zie voor meer
informatie over het fraude- en plagiaatreglement van de Universiteit van Amsterdam.www.uva.nl/plagiaat
Weeknummer | Onderwerpen | Literatuur | Onderwerpen werkcolleges |
1 | Netwerksamenleving en netwerkorganisaties |
Van Dijk, The Network Society, Ch. 2, Networks: The nervous system of society, p. 22-48 Van Alstyne, The state of network organization, p. 83-91 |
-systeem theorie -Networks at all levels -The seven laws of the web |
2 | Netwerk economie |
Van Dijk, The Network Society Ch. 4, Economy, p 60-83 +p. 86-87 (horizontal and vertical integration) Bolychev, A. Mikhailov, Network transformations in economy, p 33-44 |
-Markten/Hiërarchieën/Netwerken -flow economy -entreprise 2.0: netwerk structuren binnen organisaties |
3 | De hybride organisatie |
Biancani et al, The semiformal organization, p. 1306-13 Abrams & Mark, Network-Centricity: Hindered by Hierarchical Anchors, p. 1-9 |
-semi formele organisatie -hiërarchische en netwerk gecentreerde organisaties -sense making organisatie |
4 | Tussentoets | ||
5 | De lerende organisatie |
Crawford , Warne et al, From Traditional Knowledge Management in Hierarchical Organizations to a Network Centric Paradigm for a Changing World, p. 1-18 |
-data/informatie/kennis -kennis: tacit/explicit -complexiteit -organizational learning |
6 |
Complex Adaptive Systems: leren en zelf-organisatie |
Gupta, Insights from Complexity Theory: Understanding Organizations Better, p. 1-5 Introna, Strategy as Identity: autopoietic contribution to IS/IT strategy debate, p. 143-158 |
-emergente patronen -zelf-organiserende systemen -structuur en strategie -beperkingen van het alignment model |
7 | De politieke organisatie |
Hetebrij, Politiek handelen, p. 6-45 (H 1-3) |
-de platte (minder hiërarchische) organisatie en z’n slagkracht -macht en communicatie -teams kunnen werken aan groepsopdracht van deze week |
8 | Afronding en inleveren papers |
Dit vak heeft een Blackboardsite. Hier vind je de noodzakelijke aanvullende informatie en de literatuur. Bekijk de Blackboardsite dus met grote regelmaat!
Op Datanose staat alle actuele informatie over de roosters van het vak. Kijk dus ook regelmatig op Datanose.