Tutoraat Scheikunde

Studiewijzer 2015/2016

Globale inhoud

Semester 1
In het eerste semester zijn er wekelijkse tutorgroepbijeenkomsten onder leiding van een tutor. De tutorgroepen bestaan uit ongeveer 15 scheikundestudenten. De tutor is een ouderejaarsstudent scheikunde die het eerste aanspreekpunt is wanneer je tegen problemen in je studie aanloopt.
Onder leiding van je tutor werk je volgens een vastgesteld rooster aan bovengenoemde leerdoelen, waarbij de ontwikkeling van academische- en studievaardigheden en het oriënteren op scheikunde centraal staan. Er worden verschillende academische vaardigheden (AV) aangeleerd met behulp van opdrachten, zoals schrijfopdrachten en presentatieopdrachten, die inhoudelijk gekoppeld zijn aan een vak uit het scheikundecurriculum. Je wordt hierbij beoordeeld door je tutor. Tijdens het Tutoraat in het eerste jaar wordt slechts een begin gemaakt, gedurende de hele opleiding komen deze vaardigheden steeds terug en wordt er een hoger niveau van je gevraagd.
Ook besteed je in het Tutoraat aandacht aan studievaardigheden, zoals het plannen, voorbereiden en maken van een tentamen waarbij de tutor handige tips kan geven. In het eerste semester zijn er minimaal twee mentorgesprekken met je tutor. In deze gesprekken kun je samen met de tutor reflecteren op je studiegedrag, doelstellingen voor de toekomst bespreken en eventuele knelpunten boven water krijgen.

Semester 2
In het tweede semester zijn er tweewekelijkse tutorgroepbijeenkomsten onder leiding van een tutor. In  het vervolg van Tutoraat verschuift de focus nog meer van kennismaken met de universiteiten en het leren studeren naar het training van AV. Je bouwt voort op de AV in het eerste semester, en je leert in het tweede semester meer over projectmatig werken, het geven van een posterpresentatie en het schrijven van een essay. Ook in het tweede semester is er een mentorgesprek met je tutor.

Leerdoelen

• Kennis maken met de universiteiten, faculteiten en met scheikunde als wetenschappelijke opleiding en vakgebied;
• Trainen van studievaardigheden: leren studeren, het ontwikkelen van een effectieve studiehouding, tentamenvoorbereiding; 
• Trainen van academische vaardigheden: academische houding, schrijfvaardigheden, presentatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden, reflectievaardigheden en projectmatig werken aan de hand van vakinhoudelijke opdrachten. 

Onderwijsvormen

Wekelijkse verplichte tutorgroepbijeenkomsten onder leiding van een tutor in het eerste semester.
In het tweede semester zijn de bijeenkomsten tweewekelijks.

Verdeling leeractiviteiten

Academische vaardigheden

De academische vaardigheden en houding die in het tutoraat worden geoefend, zijn nodig in de studie en latere loopbaan. De belangrijkste vaardigheden zijn studie- en academische vaardigheden, waaronder:

• communicatieve vaardigheden (verslagen schrijven, presenteren, feedback geven en ontvangen, discussiëren),
• sociale en organisatorische vaardigheden (plannen, samenwerken, probleemgericht werken, functioneren binnen een team)
• informatievaardigheden (relevante literatuur vinden, analyseren en gebruiken)
• ICT-vaardigheden
• reflectievaardigheden
• professioneel gedrag

Toetsing

Toetsvorm

Aanwezigheid en het actief deelnemen aan het tutoraat is verplicht. De opdrachten vormen de basis van de beoordeling van de student. De opdrachten dienen met een voldoende te worden beoordeeld om te kunnen slagen voor het vak uit het scheikundecurriculum waaraan de opdracht gekoppeld is. In de studiewijzers van de betreffende vakken wordt dit aangegeven. Wanneer je niet voldoet aan bovenstaande criteria moet je de opdracht overdoen, aan een vervangende opdracht moeten werken of zul je het vak in het tweede jaar over moeten doen. Welke mogelijkheid voor jou van toepassing is, wordt bepaald door de Coördinator Tutoraat en Academische Vaardigheden.

Opdrachten

Onderstaande opdrachten komen aan bod in deze cursus:

•    Naam opdracht 1 : beschrijving 2
•    Naam opdracht 2 : beschrijving 1
•    ....

Fraude en plagiaat

Dit vak hanteert de algemene ‘Fraude- en plagiaatregeling’ van de UvA. Onder plagiaat of fraude wordt verstaan het overschrijven van het werk van een medestudent dan wel het kopiëren van wetenschappelijke bronnen (uit bijvoorbeeld boeken en tijdschriften en van het Internet) zonder daarbij de bron te vermelden. Uiteraard is plagiaat verboden. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd en streng tegen opgetreden. Bij verdenking van plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Wanneer de examencommissie overtuigd is dat er plagiaat gepleegd is dan kan dit maximaal leiden tot een uitsluiting van al het onderwijs van de opleiding voor een heel kalenderjaar. Zie voor meer informatie over het fraude- en plagiaatreglement van de Universiteit van Amsterdam.www.uva.nl/plagiaat

Weekplanning

Rooster