Miniscriptie Engels

English Paper

6 EC

Semester 1 & 2, periode 2, 3, 4, 5

5102MIEN6Y

Eigenaar Bachelor Psychobiologie
Coördinator J. Struik MSc
Onderdeel van Bachelor Psychobiologie, jaar 2

Studiewijzer 2015/2016

Globale inhoud

De student schrijft een literatuurverslag in het Engels naar aanleiding van een grondige literatuurstudie over een actueel onderwerp op het gebied van een van de leerstoelgroepen van de verschillende onderzoeksinstituten. Voor aanvang van de miniscriptie wordt startliteratuur en een handleiding voor het schrijven van een scriptie per mail toegestuurd en/of gepubliceerd op Blackboard. In de handleiding staan de volgende punten vermeld: het tijdschema; de opzet van de scriptie; de beoordelingscriteria; enkele wenken voor het schrijven van een scriptie. De miniscriptie is een grote schrijfopdracht van de bacheloropleiding en is een ingangseis voor het bachelorproject.

Leerdoelen

De student is in staat zijn/haar kennis en vaardigheden te benutten om:

  • zelfstandig ongeveer 10 relevante publicaties te zoeken over een bepaald onderzoeksveld;
  • op grond van de gevonden publicaties, een onderbouwde vraagstelling te formuleren;
  • deze vraagstelling te beantwoorden met behulp van de gevonden literatuur;
  • eigen inzichten met betrekking tot actuele discussiepunten binnen het onderwerp van de miniscriptie beargumenteerd te verwoorden;
  • de miniscriptie te besluiten met een algemene, overkoepelende en beargumenteerde conclusie;
  • in het Engels een opzet te schrijven, waarin de uiteindelijke inhoud en structuur van de miniscriptie duidelijk naar voren komt;
  • een heldere, samenhangende en zakelijke tekst in het wetenschappelijk Engels te schrijven. 
  • een inleiding en discussie te schrijven die volgens het zandlopermodel op elkaar aansluiten.
  • nieuwe literatuur met bestaande kennis te integreren zo tot inzichten te komen.
  • zich in een zelfgekozen deelgebied te verdiepen of te verbreden

Onderwijsvormen

  • Presentatie/symposium
  • Zelfstudie
  • Zelfstandig werken aan bijv. project/scriptie
  • Begeleiding/feedbackmoment

De miniscriptie is een individuele opdracht met een vast aantal begeleidingsmomenten. Verdere informatie staat vermeld in de studiewijzer.

Verdeling leeractiviteiten

Activiteit

Aantal uur

Werkcollege

4

Zelfstudie

164

Totaal 28 * 6 EC

168

Aanwezigheid

Aanwezigheidseisen opleiding (OER-B):

  • Deelname aan alle practica, computerpractica, veldwerk en werkcolleges in het curriculum is verplicht en de student dient zich op deze bijeenkomsten terdege voor te bereiden.

Aanvullende eisen voor dit vak:

Toetsing

Onderdeel en weging Details Opmerkingen

Eindcijfer

0.15 (15%)

Presentatie

Cijfer zal bestaan uit een gemiddelde van de twee cijfers gegeven door aanwezige begeleiders.

0.85 (85%)

Eindversie scriptie

HerkansbaarCijfer zal bestaan uit een gemiddelde van de twee cijfers gegeven door aanwezige begeleiders.

Bij de opdracht eindversie scriptie wordt werkhouding expliciet meegenomen in de beoordeling. Hieronder valt zelfstandigheid, waarbij gekeken wordt in hoeverre je zelf met input komt, eigen literatuur vindt en beoordeelt en in hoeverre je je het onderwerp eigen maakt. Daarnaast wordt een kritische blik meegenomen, waarmee met name bedoelt wordt dat je in staat bent je eigen werk met een kritische blik te bekijken. Als laatste zal er gelet worden op je planning en in hoeverre je je daaraan houdt.

Inzage toetsing

Om een inzagemoment aan te vragen, kun je contact opnemen met je begeleider.

Opdrachten

Lijst artikelen

  • Als eerste opdracht wordt de lijst van artikelen (titels en abstracts) ingeleverd, samen met een onderzoeksvraag en een A4-tje met daarop je motivering. De begeleider zal hier feedback op geven en eventueel suggesties doen om andere artikelen te zoeken. Deze opdracht wordt niet becijferd.

Opzet

  • Als tweede opdracht wordt de opzet met de door jou gebruikte artikelen ingeleverd. Hiermee zal je de opbouw van de scriptie systematiseren. Ook op deze opdracht zal de begeleider feedback geven. Deze opdracht wordt niet becijferd.

Eerste versie

  • Als je opzet compleet is en goed uitgewerkt is, schrijf je de eerste versie van je scriptie. De begeleider zal je eerste versie nakijken en voorzien van feedback aan de hand van het beoordelingsmodel. Deze opdracht wordt niet becijferd.

Presentatie

  • Aan het eind van de periode waarin de miniscriptie wordt geschreven vindt er een minisymposium plaats. Hierin geeft iedere student een presentatie over zijn/haar onderwerp van de miniscriptie en de belangrijkste bevindingen uit het literatuuronderzoek. Er zullen 2 begeleiders aanwezig zijn die feedback zullen geven. Deze opdracht wordt becijferd op inhoud, presentatie vaardigheden en de kwaliteit van antwoorden op vragen uit het publiek.

Eindversie

  • Op grond van de feedback op de eerste versie schrijf je de eindversie van de scriptie. De eindversie wordt door de begeleider voorzien van kort commentaar en becijferd met behulp van het beoordelingsmodel miniscriptie. 

Onderstaande opdrachten komen aan bod in deze cursus:

  •    Naam opdracht 1 : beschrijving 2
  •    Naam opdracht 2 : beschrijving 1
  •    ....

Fraude en plagiaat

Dit vak hanteert de algemene 'Fraude- en plagiaatregeling' van de UvA. Hier wordt nauwkeurig op gecontroleerd. Bij verdenking van fraude of plagiaat wordt de examencommissie van de opleiding ingeschakeld. Zie de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA: www.uva.nl/plagiaat

Weekplanning

Weeknummer Onderwerpen Studiestof
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28

Rooster

De indeling op onderwerp en de daarmee samenhangende contactmomenten met de begeleider worden gepubliceerd op Blackboard of via e-mail door de begeleider bekend gemaakt. De tijden van de werkcolleges zijn terug te vinden op de roostersite https://datanose.nl/.

Eindtermen

Deze cursus draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding Psychobiologie:

1) Kennis en Inzicht

De bachelor:

  • 1a) kan de basisprincipes uit de vakgebieden ‘genetica en evolutie’, ‘celbiologie’, ‘biochemie’, ‘fysiologie’, ‘embryologie’, ‘anatomie’ en ‘evolutie en gedrag’ uitleggen.
  • 1b) kan de ontwikkeling en werking van het brein op alle niveaus – van molecuul tot de menselijke geest – binnen Psychobiologie, voornamelijk de deelgebieden ‘perceptie tot bewustzijn’, ‘leren en geheugen’, ‘emotie’, ‘motivatie’, ‘neuroanatomie’ en ‘neurofysiologie’ uitleggen.
  • 1c) kan de pathofysiologie en bijbehorende diagnostische methoden en mogelijke therapieën uitleggen.
  • 1d) kan uitleggen welke onderzoekstechnieken nodig zijn voor het ontwikkelen van kennis en dat kennis nodig is voor het ontwikkelen van onderzoekstechnieken.
  • 1e) kan de kennis opgedaan bij een zelfgekozen vak uitleggen.
  • 1f) kan de basisprincipes uit de beroepsethiek en wetenschapsfilosofie uitleggen.
  • 1g) kan mogelijke vervolgopleidingen benoemen.
  • 1h) kan uitleggen wat de bijdragen en beperkingen zijn van de kennis op elk niveau - van molecuul tot de menselijke geest - aan het wetenschapsgebied Psychobiologie.
  • 1i) kan op alle niveaus de werking van het brein van dieren en mensen vergelijken.
  • 1j) kan onderbouwen hoe de pathofysiologie bijdraagt aan het begrip van de ontwikkeling en werking van het brein op alle niveaus.
  • 1k) kan grensverleggende ontwikkelingen in het wetenschapsgebied Psychobiologie herkennen.
  • 1l) kan uitleggen dat een standpunt wordt beïnvloed door context.

2) Toepassen Kennis en Inzicht

De bachelor:

  • 2a) kan onderbouwen welke onderzoekstechnieken nodig zijn om onderzoeksvragen binnen het wetenschapsgebied Psychobiologie te beantwoorden.
  • 2b) kan ondersteunende disciplines zoals wis-, natuur- en scheikunde en programmeren toepassen.
  • 2c) kan de empirische cyclus zelfstandig doorlopen bij het uitvoeren van een onderzoek.
  • 2d) kan op een wetenschappelijke manier lopende experimenten documenteren.
  • 2e) kan algemene laboratoriumvaardigheden uitvoeren.
  • 2f) kan onderzoek doen met proefpersonen en relevante proefdieren.
  • 2g) kan voor de psychobiologie relevante computerprogramma’s en/of programmeertalen gebruiken.
  • 2h) kan ruwe data interpreteren en een geschikte (kwantitatieve) analysemethode toepassen.
  • 2i) kan werken volgens algemene milieu- en veiligheidsnormen.
  • 2j) kan redeneren en argumenteren en meerdere standpunten benoemen en onderbouwen.

3) Oordeelsvorming

De bachelor:

  • 3a) kan relevante literatuur verzamelen, verwerken en interpreteren.
  • 3b) kan de implicaties van onderzoeksresultaten voor de maatschappij overzien.
  • 3c) kan onderzoeksresultaten binnen de Psychobiologie en/of binnen een discipline- overstijgende context interpreteren.
  • 3d) kan de ethische aspecten van beroepsmatige omgang met levende organismen en weefsel overwegen.
  • 3e) kan informatie analyseren aan de hand van kwaliteitscriteria en er een eigen oordeel over vormen.
  • 3f) kan alternatieven en tegenargumenten overwegen bij het vormen of herzien van een oordeel.

4) Communicatie

De bachelor:

  • 4a) kan kennis, bevindingen en standpunten in wetenschappelijk Nederlands en Engels schriftelijk rapporteren en mondeling presenteren.
  • 4b) kan een bijdrage leveren aan wetenschappelijke discussies.
  • 4c) kan op basis van begrip en respect communiceren.
  • 4d) kan onderzoeksgegevens communiceren volgens de regels van wetenschappelijke integriteit.
  • 4e) kan een standpunt overbrengen.

5) Leervaardigheden

De bachelor:

  • 5a) kan een zelfstandige en wetenschappelijke werkwijze en houding ontwikkelen.
  • 5b) kan zich zelfstandig kennis eigen maken.
  • 5c) kan nieuwe kennis integreren met aanwezige kennis en tot inzichten komen.
  • 5d) kan een constructieve en synergetische manier van samenwerken ontwikkelen.
  • 5e) kan zich in een zelfgekozen deelgebied verdiepen of verbreden.
  • 5f) kan zich nieuwe technische vaardigheden eigen maken.
  • 5g) kan feedback geven en verwerken.
  • 5i) kan reflecteren op eigen gedrag en dit gedrag desgewenst verbeteren.
  • 5j) kan geleerde principes generaliseren en toepassen in een andere context.

Contactinformatie

Coördinator

  • J. Struik MSc